Plaatselijke regeling ten behoeve van het leven en werken van de Protestantse gemeente te Beesd Rhenoy en Gellicum

De kerkenraad bestaat uit de volgende ambtsdragers:

InvullenVerplicht minimum (Ord. 4-6-3)
Predikant11
Ouderlingen72
Ouderling kerkelijk werker1
Ouderlingen-kerkrentmeester32
Diakenen32
Totaal157
In de regel zijn minimaal drie leden van de voltallige kerkenraad afkomstig uit de dorpen Rhenoy en Gellicum; te weten één lid in het college van pastorale ouderlingen, één lid in het college van diakenen en één lid in het college van kerkrentmeesters.
Indien door omstandigheden niet (langer) aan deze regel kan worden voldaan is er een evaluatiemoment binnen de kerkenraad waarna, in overleg met de gemeente, van deze regel kan worden afgeweken of de regel kan komen te vervallen.

De verkiezing van ouderlingen en diakenen vindt eens per 2 jaar plaats in januari. Indien ereen tussentijdse vacature ontstaat kan die ook tussentijds ingevuld worden.

De uitnodiging tot het doen van aanbevelingen, genoemd in Ord. 3-6-2, wordt tenminste 4 weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de kerkenraad gedaan.
De uitnodiging om te stemmen wordt tenminste 2 weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de kerkenraad gedaan.

Ouderlingen en diakenen worden gekozen tijdens een vergadering van stemgerechtigden.

De belijdende leden van de gemeente zijn stemgerechtigd en verkiesbaar.

Ter keuze:

StemgerechtigdVerkiesbaar
Doopleden van de gemeente vanaf 18 jaarJaJa
Niet-gedoopte kinderenNeeNee
Gastleden (belijdend)JaJa
Gastleden (dooplid) vanaf 18 jaarJaNee
Vrienden (belijdend lid van een gemeente binnen PKN)JaJa
Vrienden (dooplid van een gemeente binnen PKN) vanaf 18 jaarJaJa
Overige vrienden, geen lid van een kerkNeeNee

Stemming geschiedt volgens de algemene regels voor besluitvorming zoals neergelegd in ord. 4-5.

Volgens de kerkorde worden predikanten verkozen door de gemeente, Ord. 3-4-6.

De kerkenraad vergadert in de regel tenminste 6 maal per jaar.

De vergaderingen van de kerkenraad worden tenminste 7 dagen van te voren bijeengeroepen door het moderamen, onder vermelding van de zaken, die aan de orde zullen komen (de agenda).

Van de vergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld, dat in de eerstvolgende vergadering door de kerkenraad wordt vastgesteld.

Niet vertrouwelijke besluiten, genomen in de vergadering van de kerkenraad, worden hetzij schriftelijk in het kerkblad, hetzij door een mondelinge mededeling binnen een redelijke termijn aan de gemeente bekend gemaakt.

De verkiezing van het moderamen (ord. 4-8-2) geschiedt eens per 2 jaar in de eerste vergadering van het kalenderjaar

In de vergadering genoemd in art. 3.5 worden de plaatsvervangers van de preses en de scriba aangewezen.

De jaargesprekken met de predikant en kerkelijk werkers worden gehouden door een afvaardiging van de kerkenraad in de maand mei van elk kalenderjaar. De afvaardiging brengt verslag uit aan de kerkenraad.

De vergaderingen van de kerkenraad zijn niet openbaar. De kerkenraad kan echter besluiten dat gemeenteleden en vrienden als toehoorder tot een bepaalde vergadering of tot een deel daarvan toegelaten worden.

Het lopend archief van de kerkenraad berust bij de scriba, met inachtneming van de verantwoordelijkheid van de het college van kerkrentmeesters voor de archieven van de gemeente uit hoofde van Ord. 11-2-7.

De kerkenraad laat zich in zijn arbeid bijstaan door de navolgende commissies:

  • Verdieping Toerusting Ontmoeting (VTO)
  • Iederskerk
  • Oecumenisch Beraad Beesd
  • PJB
  • Kindernevendienst
  • Tienerkerk
  • HVD
  • Notabelen
  • Wereldwijd
  • Kerstzangdienst
  • Tentviering
  • Marktcommissie

Elke commissie heeft de opdracht invulling en uitwerking te geven aan een onderdeel van het gemeentezijn. Deze taak is door de kerkenraad toevertrouwd.
Een commissie heeft daarbij een beleidsvoorbereidende en uitvoerende taak. De kerkenraad blijft verantwoordelijk voor het vaststellen van het beleid en ziet toe op juiste uitvoering ervan. Leden van de commissies (niet-ambtsdragers) dienen lid, gastlid of vriend te zijn van de kerk.
Ze worden door de commissie benaderd voor deelname en worden door de kerkenraad
benoemd. Op alle niet-ambtsdragers in de commissies is het bepaalde in ord. 4-2 betreffende de geheimhouding van toepassing zoals dat ook geldt voor de ambtsdragers in de commissies.
Iedere commissie is autonoom in het kiezen van haar organisatievorm en de manier waarop ze haar opdracht uitvoert. De communicatie met de kerkenraad vindt hoofdzakelijk plaats doordat in de regel elke commissie vertegenwoordigd is in de kerkenraad.
Daarnaast vindt ieder jaar een evaluatiemoment plaats met de kerkenraad.

Ord. 4, art. 5 Besluitvorming

1. In alle kerkelijke lichamen worden besluiten steeds na gemeenschappelijk overleg en zo mogelijk met eenparige stemmen genomen.Blijkt eenparigheid niet bereikbaar, dan wordt besloten met meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij blanco stemmen niet meetellen.

2. Stemming over zaken geschiedt mondeling tenzij om schriftelijke stemming wordt gevraagd. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is het voorstel verworpen.

3. Stemming over personen geschiedt schriftelijk.Wanneer er niet meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, kan mondeling worden gestemd als niemand van de aanwezige leden tegen mondelinge stemming bezwaar maakt.Indien één kandidaat wordt voorgesteld en de stemmen staken, vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is de kandidaat niet verkozen.Indien er meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, zijn van hen verkozen diegenen op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht en die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen hebben behaald, tot het aantal vacatures dat vervuld moet worden.Indien voor een vacature geen van de kandidaten een meerderheid heeft behaald, vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten die de meeste stemmen behaalden.Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan beslist het lot.

4. Geen besluiten kunnen worden genomen indien niet ten minste de helft van het aantal leden zoals dit voor het kerkelijk lichaam is vastgesteld, met een minimum van drie leden, ter vergadering aanwezig is.
Wanneer in een vergadering het quorum niet aanwezig is, kan ten aanzien van een op die vergadering ingediend voorstel een besluit worden genomen op een volgende vergadering die ten minste twee weken later wordt gehouden, ook wanneer dan het quorum niet aanwezig is, mits ten minste drie leden aanwezig zijn.

5. Voor besluitvorming in een vergadering met stemgerechtigde leden van de gemeente zijn de leden 1 tot en met 3 van overeenkomstige toepassing, tenzij in de plaatselijke regeling anders is voorzien.

De wekelijkse kerkdiensten van de gemeente worden volgens een door de kerkenraad vastgesteld rooster gehouden in een of meerdere kerkgebouwen in de gemeente.

Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.

Tot de deelname aan het avondmaal worden zowel belijdende leden als doopleden toegelaten.

Levensverbintenissen van twee personen, anders dan een huwelijk van man en vrouw, kunnen als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht worden gezegend.
Betrokkenen dienen een verzoek daartoe ten minste 4 weken van tevoren in te dienen bij de kerkenraad.
Tenminste een van de betrokkenen dient in het register van de gemeente ingeschreven te zijn.
Na ontvangst van het verzoek voert een afvaardiging van de kerkenraad een gesprek met de betrokkenen.
Tenminste 2 weken voorafgaande aan de kerkdienst, waarin de levensverbintenis wordt gezegend, wordt dit bekendgemaakt door middel van een afkondiging in een zondagse kerkdienst en een aankondiging in het kerkblad.

Het college van kerkrentmeesters bestaat uit 3 leden.

De verkiezing van de voorzitter, secretaris en penningmeester geschiedt eens per twee jaar in de eerste vergadering van de maand januari.

In de vergadering, genoemd in art. 6.1.2. , worden de plaatsvervangers van de voorzitter en secretaris aangewezen.

Het college van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een administrerend kerkrentmeester aan, die belast wordt met de boekhouding van het college.

De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de gemeente, met inachtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van 3000 euro per betaling.
Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester of secretaris en penningmeester gezamenlijk bevoegd.
Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester treedt de voorzitter op als diens plaatsvervanger.

Het college van diakenen bestaat uit 3 leden.

De verkiezing van de voorzitter, secretaris en penningmeester geschiedt eens per twee jaar in de eerste vergadering van de maand januari.

In de vergadering, genoemd in art. 6.2.2 , worden de plaatsvervangers van de voorzitter en secretaris aangewezen.

Het college van diakenen wijst uit zijn midden een administrerend diaken aan, die belast wordt met de boekhouding van het college.

De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de diaconie, met inachtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van 3000 euro per betaling.
Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester of secretaris en penningmeester gezamenlijk bevoegd.
Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester treedt de voorzitter op als diens plaatsvervanger.

Voor de vaststelling dan wel wijziging van de begroting en voor de vaststelling van de jaarrekening worden deze stukken in samenvatting gepubliceerd in het kerkblad.
De volledige stukken kunnen gedurende een week worden ingezien. Bij de publicatie worden tijd en plaats vermeld.
De leden worden in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.
Reacties kunnen tot drie dagen na het einde van de periode van ter inzagelegging worden gestuurd aan de scriba van de kerkenraad.
De kerkenraad kan ook een gemeentevergadering hierover beleggen.

Ordinantieteksten:

Ordinantie 4-8-5
De kerkenraad maakt een plaatselijke regeling met daarin regelingen ten behoeve van het leven en werken van de gemeente, na overleg met de organen van de gemeente op wie de regeling betrekking heeft.
Deze plaatselijke regeling bevat ten minste:

  • de regeling voor de verkiezing van ambtsdragers;
  • de regeling voor de wijze van werken van de kerkenraad;
  • de regeling voor het beheer van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente;
    en voor zover van toepassing
  • de regeling van de verdeling van taken tussen algemene kerkenraad en wijkkerkenraad;
  • de regeling van de verdeling van taken tussen de kerkenraad en de kleine kerkenraad;
  • de regeling van taken en bevoegdheden van werkgroepen.
    Deze regelingen worden na vaststelling of wijziging ter kennisneming toegezonden aan het
    breed moderamen van de classicale vergadering en in geval van een evangelisch-lutherse
    gemeente tevens aan de evangelisch-lutherse synodale commissie.

Ordinantie 4-8-9
De kerkenraad neemt geen besluiten tot het wijzigen van de gang van zaken in de gemeente ten aanzien van

  • het toelaten van doopleden tot het avondmaal
  • het zegenen van andere levensverbintenissen dan een huwelijk van man en vrouw
    dan na beraad in de gemeente.
    De kerkenraad neemt in ieder geval geen besluiten tot het wijzigen van de gang van zaken in de gemeente ten aanzien van:
  • het beantwoorden van de doopvragen door doopleden;
  • het verlenen van stemrecht aan anderen dan belijdende leden;
  • de wijze van de verkiezing van ambtsdragers;
    en ter zake van:
  • de aanduiding en de naam van de gemeente;
  • het voortbestaan van de gemeente;
  • het aangaan van een samenwerkingsverband met een andere gemeente;
  • de plaats van samenkomst van de gemeente;
  • het verwerven, ingrijpend verbouwen, afbreken, verkopen of op andere wijze vervreemden van een kerkgebouw;
  • de plaatselijke regeling als bedoeld in artikel 8-5;
    dan nadat de leden van de gemeente in de gelegenheid zijn gesteld hun mening kenbaar te maken.

Bij de totstandkoming van de PG te Beesd, Rhenoy en Gellicum is besloten om lokale acties van geldwerving, zoals bijvoorbeeld de jaarmarkten, gedurende een periode van 5 jaar volledig ten goede te laten komen aan doelen van de lokale geloofsgemeenschap in Beesd, Rhenoy of Gellicum.
Na telkens 5 jaar is er een evaluatiemoment, waarin besproken en vastgelegd wordt deze regel te continueren dan wel aan te passen aan de dan geldende situatie.

Aldus te ………… (plaatsnaam) vastgesteld in de vergadering van de kerkenraad van … (datum)
…………………………, preses
…………………………, scriba